Vanaf 1 januari 2026 verandert de Waterschapswet. Dit heeft gevolgen voor de waterschapsbelastingen.
Belangrijkste veranderingen
- De kosten worden verdeeld op basis van wat het waterschap voor u doet. Dit heet het profijtbeginsel.
- De waarde van huizen, bedrijven en grond telt niet meer mee. Er wordt gekeken naar kenmerken van het gebied, zoals hoeveel mensen er wonen en hoeveel natuur er is.
- Het waterschapsbestuur mag de verdeling een beetje aanpassen, zodat deze eerlijk blijft.
- Voor het meten van vervuiling in afvalwater hoeven geen schadelijke stoffen meer gebruikt te worden.
Watersysteemheffing
Voor inwoners verandert er bijna niets. Eigenaren van bedrijfspanden gaan iets meer betalen dan eigenaren van woningen.
Hoe worden de kosten verdeeld?
Het waterschapsbestuur bepaalt per groep hoeveel kosten zij betalen. Hoe meer het waterschap voor u doet, hoe meer u betaalt.
Gebiedskenmerken
Vroeger werd gekeken naar de waarde van gebouwen en grond. Vanaf 2026 wordt gekeken naar:
- Hoeveel mensen in een gebied wonen.
- Hoeveel onbebouwde grond en natuur er is.
Het bestuur mag de verdeling een aanpassen, als dat nodig is.
Tarieven voor woningen en bedrijven
Voorheen betaalden woningen en bedrijven hetzelfde tarief. Omdat huizen de laatste jaren meer waard zijn geworden, betaalden huiseigenaren steeds meer. Vanaf 2026 krijgen woningen en bedrijven een apart tarief.
Zuiverings- en verontreinigingsheffing
Voor kleine bedrijven verandert er niets. Voor grote bedrijven verandert de manier waarop vervuiling wordt gemeten:
- Er worden geen schadelijke stoffen meer gebruikt in laboratoria.
- Afvalwater dat niet via het riool gaat, krijgt een aparte prijsafspraak.
Meer informatie vindt u op de website van de Unie van Waterschappen.
